Beoordeling SWS op basis van ‘totale financiële positie’ vereniging

15-12-2017

SWS helpt verenigingen om tegen lage rentekosten te lenen bij banken. Zonder deze borgstelling is lenen bij banken in de regel niet mogelijk of worden forse rentekosten door banken berekend. SWS beoordeelt of een sportvereniging in staat is om aan zijn toekomstige verplichtingen te voldoen. Het uitgangspunt daarbij is dat SWS de ‘gehele sportvereniging’ in beeld wil hebben.

Financiële verbondenheid

Dikwijls krijgt SWS aanvragen van sportverenigingen die nauw verbonden zijn met één of meerdere andere entiteiten waarin ‘verenigingsactiviteiten’ zijn ondergebracht. Hierbij valt te denken aan stichtingen die specifiek zijn opgericht voor de topsportactiviteiten of bijvoorbeeld het beheer van de accommodatie. SWS kan deze aanvragen in behandeling nemen, maar stelt als voorwaarde dat deze stichtingen -net als de vereniging-  verantwoordelijk zijn voor de aanvraag. ,,In onze optiek zijn de vereniging en andere stichtingen financieel afhankelijk van elkaar. Ze huren of nemen diensten van elkaar af”, stelt SWS-directeur Dick Zeegers. ,,Het is voor ons noodzakelijk om te weten wat zich in de diverse entiteiten op financieel gebied afspeelt. Op deze wijze kunnen we controle houden over de financiële situatie.”

‘Stichting Tennishal’

Tennisverenigingen willen voor de wintermaanden weleens een blaashal aanschaffen, zodat de leden in een verwarmde hal kunnen spelen. De vereniging heeft het plan om de exploitatie van de hal onder te brengen in een stichting die vervolgens dan ook de investeringen en bancaire financiering voor haar rekening neemt.

In het bovenstaande ligt het risico dat de exploitatie onverhoopt geen succes wordt en de banklening niet meer kan worden afgelost volledig bij de stichting. Bij faillissement van de stichting zal SWS de bank moeten betalen voor het gegarandeerde bedrag en kan de tennisclub ‘gewoon’ doorspelen. Een onwenselijke situatie volgens SWS. De vereniging is daarom – in het beleid van SWS- ook verantwoordelijk voor de aanvraag.

‘Stichting Topsport’

Bij voetbal en hockey zien we dikwijls dat voor ‘topsport’ een aparte stichting wordt opgericht. Het gevolg daarvan is wel dat deze activiteiten en de daarmee samenhangende geldstromen ook niet meer onder toezicht van de betreffende vereniging staan. SWS heeft in het verleden dikwijls geconstateerd dat de prioriteiten van het stichtingsbestuur anders liggen dan die van de vereniging. De praktijk leert dat de financiële situatie van de stichting wel degelijk invloed kan hebben op de situatie bij de vereniging. Het is daarom raadzaam goed te beseffen wat de gevolgen zijn van het oprichten van een separate stichting voor dergelijke activiteiten. SWS stelt als voorwaarde dat ook deze entiteiten medeverantwoordelijk zijn voor de aanvraag.

Vermogen

Het vermogen van SWS dat als basis dient voor het kunnen verstrekken van borgstellingen bedraagt in 2018 circa 18 miljoen euro. Om zoveel mogelijk clubs nu en in de komende jaren te kunnen helpen bij het verkrijgen van een bancaire financiering is het van belang dat het risico dat SWS wordt aangesproken op de afgegeven borgstelling zoveel mogelijk wordt beperkt. Reden om bij een borgstellingsaanvraag alle entiteiten te betrekken die van invloed zijn op de totale financiële positie van de vereniging. In het reglement van SWS is dat ook op deze wijze vastgelegd.

Deel dit bericht