Om sportclubs die willen investeren in hun accommodatie nog beter te faciliteren bij het krijgen van een bancaire lening voert SWS per 1 januari 2025 belangrijke wijzigingen door in haar borgstellingsvoorwaarden. Zo wordt het maximale borgstellingsbedrag verhoogd en de maximale looptijd verlengd. Dit sluit volgens SWS aan bij de gewijzigde marktomstandigheden en moet meer clubs in staat stellen om de gewenste investeringen te realiseren. Daarbij is de medewerking van gemeenten van belang.
Het maximale borgstellingsbedrag dat SWS kan verstrekken wordt per 1 januari 2025 verhoogd van 250.000 euro naar 350.000 euro per project. Hiermee speelt SWS in op de gestegen bouwkosten en de toenemende behoefte aan grotere leningen voor investeringen. Gemeenten blijven betrokken door borg te staan voor minimaal hetzelfde bedrag als SWS. Met deze verhoogde borgstellingscapaciteit worden bankleningen tot 700.000 euro volledig van borgstellingen voorzien, wat moet leiden tot betere financieringsmogelijkheden voor sportclubs tegen aantrekkelijkere rentetarieven.
Naast de verhoging van het borgstellingsbedrag wordt ook de maximale looptijd van borgstellingen verlengd. Voor bijvoorbeeld investeringen in clubhuizen, kleedkamers en sporthallen wordt de maximale looptijd per 1 januari 2025 vastgesteld op 20 jaar, in plaats van de huidige 15 jaar. Dit in verband met de levensduur van dergelijke investeringen. Dit biedt sportclubs meer flexibiliteit in hun financiële planning en vermindert de aflossingsdruk.
De samenwerking met gemeenten blijft een cruciaal onderdeel van het borgstellingsproces. Bij leningen tot en met 100.000 euro kan SWS, onder bepaalde voorwaarden, de lening volledig zelf borgen. Voor grotere leningen is een borgstelling van de gemeente noodzakelijk, die qua hoogte en looptijd minimaal gelijk moet zijn aan die van SWS. Sportclubs moeten in overleg treden met hun gemeenten om te verifiëren of de nieuwe borgstellingsvoorwaarden aansluiten bij de gemeentelijke beleid en subsidieregelingen.
SWS past eveneens haar tarievensysteem aan. Op dit moment wordt er bij zowel sportclubs als bij de bank (of gemeente) een bedrag in rekening gebracht. Vanaf 1 januari 2025 wordt alleen nog aan de sportclubs een factuur gezonden. Hiervoor is gekozen omdat in de praktijk bleek dat de bank (of gemeente) de vergoeding veelal doorbelast aan de vereniging. Het nieuwe tarief bestaat uit 0,75% van het te lenen bedrag, plus een vaste vergoeding van 750 euro, met een maximum van 5.000 euro. Hiermee wil SWS de kosten voor sportclubs transparanter en voorspelbaarder maken.
Met deze maatregelen wil SWS sportclubs beter ondersteunen bij hun investeringsplannen en bijdragen aan de ontwikkeling van sportaccommodaties in Nederland.