De SWS heeft begin 2014 geconstateerd dat de financiële status van sportverenigingen de afgelopen vier jaren is verslechterd. Dalende sponsoropbrengsten, minder kantine inkomsten en verhoogde huurtarieven door de gemeente zijn voorname redenen dat verenigingen minder in staat zijn om geld te reserveren voor investeringen. Gemeenten geven tevens aan minder aan investeringssubsidies bij te kunnen dragen. Om te komen tot een sluitend financieringsplan, op het moment dat een vereniging wenst te investeren in de accommodatie, wordt gezocht naar alternatieven omdat er grenzen zijn aan hetgeen de vereniging bancair kan/wil financieren. Om tegen gunstige voorwaarden geld te kunnen genereren wordt daarbij vaak de optie van bijvoorbeeld een loterij of een (leden)obligatielening overwogen.
De SWS ziet in de praktijk vaak dat door leden of andere betrokkenen van een sportvereniging obligatieleningen worden verstrekt. Op dit moment is de spaarrente die banken verstrekken voor tegoeden relatief gezien laag, waardoor belanghebbenden eerder bereid zullen zijn om geld bij de eigen sportvereniging, eventueel tegen een geringe vergoeding, uit te zetten. De voorwaarden waartegen dit gebeurt wisselen in de praktijk. Rentepercentages variëren bijvoorbeeld van 0% tot ongeveer 5%. Dit hangt vaak samen met de omvang van de lening en het eventuele risico dat door de obligatiehouder wordt gelopen. Bij het opzetten van een lening lijkt het voor de vereniging in ieder geval dat als uitgangspuntpunt moet worden gekozen voor een rentepercentage dat (fors) lager ligt dan de rente van een bancaire lening. Rentepercentages van 0% zijn daarbij eerder regel dan uitzondering.
Een aantal sportverenigingen schrijft ‘een obligatielening met periodieke gift’ uit aan de leden. De obligatiehouder schenkt dan jaarlijks de aflossing op de lening aan de vereniging en ontvangt een rentepercentage van bijvoorbeeld 10%. Omdat de gift periodiek aftrekbaar is in box 1 is de netto bijdrage van de obligatiehouder relatief gezien gering. Met ingang van 2014 hoeft deze periodieke schenking niet langer notarieel te worden vastgelegd om in aanmerking te komen voor de jaarlijkse aftrek.
Bancaire instellingen (en ook de SWS) stellen in de regel eisen aan obligatieleningen van particulieren of bedrijven. De kredietverstrekker zal als voorwaarde stellen dat de leningen achtergesteld worden ten opzicht van de bancaire lening. Dit houdt in dat de bancaire lening bij voorrang wordt afgelost ten opzichte van de overige leningen.
Een andere wijze om geld te genereren voor bijvoorbeeld een investering in de accommodatie is het opzetten van een loterij. Indien de vereniging hiervoor kiest is het van belang om vooraf voldoende vast te stellen aan welke regelgeving moet worden voldaan. De wetgever heeft bepaald dat bijvoorbeeld voor een loterij een vergunning aangevraagd moet worden bij de betreffende gemeente. Indien de prijzenpot boven de 4.500 euro uitkomt, moet deze vergunning bij het ministerie van justitie worden aangevraagd. De aanvraagprocedure en de kosten willen per gemeente nog wel eens verschillen. Indien een vereniging überhaupt in aanmerking wenst te komen voor een vergunning dient het doel van de actie een algemeen belang te dienen, moet minstens de helft van de verkoopopbrengst aan het goede doel worden afgedragen en mogen er niet meer dan 13 trekkingen plaatsvinden.
Bij het organiseren van een loterij krijgen verenigingen (ondanks dat dit een loterij voor een goed doel betreft) vaak te maken met de belastingdienst. Indien een prijs meer waard is dan 454 euro dient er 29% kansspelbelasting te worden betaald. Dit bedrag dient dan namens de winnaar(s) te worden betaald en dat geldt eveneens indien de prijs niet door de winnaar wordt opgehaald. Als de loterij meerdere prijzen kent, dient de totale waarde daarvan te worden bepaald en dient over de totale waarde van de prijzen de kansspelbelasting te worden berekend.
Al met al is het dus als vereniging –voordat eventueel een loterij wordt opgezet- raadzaam om na te gaan wat de netto verdiensten zullen zijn van de actie. Een veiling of rommelmarkt kan in sommige gevallen wellicht attractiever zijn.